Logo Queer Canon van Nederland - wit

Activisme

Roze Zaterdag 1979

Op 14 april 1979 werd de Roze Zaterdag gehouden als protest tegen de uitspraken van bisschop Gijsen over homoseksualiteit, een cruciaal moment in de Nederlandse queer geschiedenis.

1900
1912

Oprichting Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee (NWHK).

1946

Oprichting Shakespeare Club, later omgedoopt tot "Cultuur- en Ontspannings Centrum" (C.O.C.)

1960
1964
30 december

Benno Premsela verschijnt als eerste homoseksueel herkenbaar op de Nederlandse televisie.

1969
21 januari

Eerste Nederlandse homoprotest tegen Artikel 248bis op het Binnenhof in Den Haag.

1970
1970
4 mei

Leden van de AJAH proberen  krans voor de homoseksuele oorlogsslachtoffers te leggen op de Dam.

1971

Het discriminerende Artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht wordt afgeschaft.

1974

Homoseksuele mannen worden toegelaten tot het leger en mogen de dienstplicht vervullen.

1979
14 april

Eerste Roze Zaterdag, protest tegen uitspraken van bisschop Gijsen, in Roermond.

1980
1982
26 juni

De Roze Zaterdag in Amersfoort loopt uit in rellen en anti-homo geweld.

1984

Invoering van Transgenderwet, waardoor trans personen hun juridische geslacht kunnen laten veranderen.

1990
1996

In Amsterdam vindt voor het eerst de Pride plaats, die eerder bedoeld is als feest dan als protest.

2000
2001

Als eerste land ter wereld stelt Nederland het huwelijk open voor paren van gelijk geslacht.

2010
2010

Paarse Vrijdag wordt voor het eerst gehouden op initiatief van Nazmul Zaman.

2012

Aandacht voor seksuele diversiteit wordt in de kerndoelen voor het po en vo opgenomen.

Queer Oog op het Verleden is de podcast bij de Queer Canon van Nederland. Beluister hier de aflevering bij het venster ‘Activisme’.

Advertentie

Roze Zaterdag 1979

De Roze Zaterdag van 14 april 1979 markeerde een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de queer gemeenschap in Nederland. Deze dag bracht duizenden mensen samen in een gezamenlijke strijd voor erkenning en gelijkheid, aangewakkerd door de controversiële uitspraken van bisschop Gijsen. Gijsen had homoseksualiteit veroordeeld als immoreel, wat leidde tot verontwaardiging en een krachtige reactie vanuit de queer gemeenschap. De demonstratie was niet alleen een protest tegen zijn woorden, maar ook een symbolische manifestatie van queer trots en vastberadenheid. Het markeerde het begin van een periode van intensiever activisme en legde de basis voor toekomstige vooruitgang in de rechten van LHBTI-personen.

De protesten op Roze Zaterdag in 1979 waren een direct antwoord op de uitspraken van bisschop Gijsen, die homoseksualiteit publiekelijk veroordeelde als “tegennatuurlijk” en “zondig”. Deze uitspraken veroorzaakten een golf van verontwaardiging binnen de queer gemeenschap en hun bondgenoten, die vonden dat zulke uitspraken niet onbeantwoord konden blijven. De demonstratie, georganiseerd door verschillende LHBTI-organisaties, trok duizenden deelnemers die samenkwamen in de straten van Roermond. Deze dag symboliseerde niet alleen de afwijzing van discriminatie en homofobie, maar ook de kracht en eenheid van de gemeenschap. De protestmarsen en toespraken benadrukten de noodzaak van gelijkheid, acceptatie en het recht om te zijn wie je bent zonder angst voor veroordeling.

De Roze Zaterdag van 1979 had een diepgaande impact op de LHBTI-gemeenschap in Nederland. Het bracht de gemeenschap samen en gaf hen een stem tegen de uitspraken van bisschop Gijsen, die veel pijn en woede veroorzaakten. De massale opkomst en de krachtige boodschap van de demonstratie versterkten de zichtbaarheid van de queer gemeenschap en lieten zien dat ze niet langer bereid waren om stil te blijven in het licht van discriminatie en vooroordelen. Dit evenement markeerde het begin van een nieuw tijdperk van activisme, waarin de gemeenschap steeds meer rechten verwierf en hun aanwezigheid en bijdragen aan de samenleving werden erkend en gevierd. Het diende als een inspiratiebron voor toekomstige generaties van activisten en speelde een cruciale rol in de voortgaande strijd voor gelijkheid en acceptatie.

ACTIVISME

De eerste fase van het activisme in de Nederlandse queer geschiedenis was gericht op de legalisering van homoseksualiteit en het decriminaliseren van seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht. In deze periode, die zich voornamelijk in de jaren vijftig en zestig afspeelde, richtten activisten zich op het afschaffen van wetten en regels die homoseksualiteit strafbaar maakten. Een belangrijke mijlpaal was de afschaffing van artikel 248bis in 1971, dat homoseksuele relaties tussen volwassenen en minderjarigen verbood terwijl heteroseksuele relaties onder dezelfde omstandigheden wel toegestaan waren. Deze periode was cruciaal voor het leggen van de juridische basis voor verdere vooruitgang en het creëren van een samenleving waarin queer mensen niet langer als criminelen werden beschouwd.

De tweede fase van activisme, die zich vooral in de jaren tachtig en negentig afspeelde, draaide om de strijd voor gelijke rechten en bescherming tegen discriminatie. Activisten streefden naar wettelijke erkenning van partnerschappen, gelijke behandeling in de werkplek, en bescherming tegen haatmisdrijven. Deze fase zag de opkomst van prominente LHBTI-organisaties zoals het COC Nederland, die een belangrijke rol speelden in het bevorderen van gelijke rechten. Een van de grootste overwinningen in deze periode was de invoering van het geregistreerd partnerschap in 1998, gevolgd door de legalisatie van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht in 2001. Deze successen markeerden een belangrijke verschuiving richting juridische en sociale gelijkheid.

De huidige derde fase van activisme richt zich op de volledige acceptatie en het recht om jezelf te kunnen zijn zonder angst voor discriminatie of uitsluiting. Hoewel er veel juridische stappen zijn gezet, blijven sociale acceptatie en persoonlijke vrijheid belangrijke aandachtspunten. Activisten werken nu aan het bevorderen van inclusiviteit in alle lagen van de samenleving, van scholen tot werkplekken en de media. De nadruk ligt op het bestrijden van subtiele vormen van discriminatie en het creëren van een cultuur waarin iedereen zich veilig en geaccepteerd voelt. Deze fase benadrukt het belang van intersectionaliteit, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de unieke uitdagingen die queer mensen van kleur, trans personen en anderen binnen de gemeenschap tegenkomen.

Advertentie

Stromingen

De Nederlandse LHBTI-beweging kent een rijke geschiedenis van diverse stromingen die elk op hun eigen manier bijdroegen aan de strijd voor gelijkheid en acceptatie. In de jaren ’50 en ’60 ontstonden er vooral gematigde homobelangenorganisaties, zoals het COC, die streefden naar sociale acceptatie door middel van dialoog en integratie in de samenleving. Deze organisaties werkten vaak vanuit een visie van assimilatie, waarin men hoopte dat homomannen en lesbische vrouwen hun plaats zouden vinden binnen de bestaande maatschappelijke structuren. De nadruk lag op het verkrijgen van rechten door het wegnemen van vooroordelen en het bevorderen van wederzijds begrip.

Vanaf de jaren ’70 ontstonden er echter radicalere stromingen binnen de beweging, geïnspireerd door de opkomst van de tweede feministische golf en bredere burgerrechtenbewegingen. Groepen zoals de Rooie Flikkers en Lesbian Nation verzetten zich tegen wat zij zagen als de conformistische houding van de gevestigde organisaties. Deze nieuwe generatie activisten omarmde een intersectionele benadering en pleitte voor zichtbaarheid, directe actie en een bredere sociale verandering. Ze streefden niet alleen naar acceptatie, maar ook naar de omverwerping van heteronormatieve structuren en het bevorderen van seksuele bevrijding voor iedereen, ongeacht gender of seksuele oriëntatie.

Pioniers

De geschiedenis van de LHBTI-beweging in Nederland is onlosmakelijk verbonden met enkele baanbrekende pioniers die hun leven wijdden aan de strijd voor gelijkheid en emancipatie. In de vroege 20e eeuw was Dr. Jacob Anton Schorer een van de eerste prominente voorvechters voor homorechten in Nederland. Schorer richtte in 1912 het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee (NWHK) op, geïnspireerd door het werk van Magnus Hirschfeld in Duitsland. Dit comité streed tegen de juridische en sociale discriminatie van homoseksuelen en vormde de basis voor de latere homobeweging in Nederland. 

Na de Tweede Wereldoorlog namen Niek Engelschman en Benno Premsela het stokje over en speelden zij een cruciale rol in de verdere ontwikkeling van de homobeweging. Engelschman, ook bekend onder zijn pseudoniem Bob Angelo, was medeoprichter van het COC. Hij stond bekend om zijn strategische aanpak en zijn vermogen om politieke en maatschappelijke steun te mobiliseren. Benno Premsela, een invloedrijke ontwerper en activist, werd later voorzitter van het COC en een boegbeeld van de beweging. Premsela’s zichtbaarheid als openlijk homoseksuele man in het publieke leven droeg enorm bij aan de normalisering en acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. Hun gezamenlijke inspanningen legden de basis voor de vooruitgang die de beweging in de decennia daarna zou boeken.

Benno Premsela
Benno Premsela was een van de eerste Nederlanders diein het openbaar uitkwam voor zijn homoseksualiteit. Hij was betrokken bij de Shakespeare Club waar het COC uit voortkwam. Van 1962 tot 1971 was hij voorzitter van het COC.
Eerste Nederlandse homoprotest
In 1969 vond in Nederland het eerste homoprotest plaats op het Binnenhof in Den Haag. Het protest was erop gericht om het voor homoseksuelen discriminerende artikel 248bis uit het Wetboek van Strafrecht te laten schrappen.
Rooie Flikkers
De Rooie Flikkers was een invloedrijke linkse actiegroep in de jaren '70. In hun ogen wilde het COC zich te veel conformeren aan de maatschappelijke normen. De filosofie van de Rooie Flikkers was die van de openlijke en strijdbare homo.
Roze Zaterdag 1979
Op zaterdag 14 april 1979 trok een stoet van 4000 homo's, lesbo's en vrienden van hen door de binnenstad van Roermond als protest tegen de uitspraken van bisschop Gijsen over homoseksualiteit.

Advertentie

MEER WETEN?

Aids in Nederland

In de jaren ’80 trof aids Nederland hard. Angst en stigma werden doorbroken door activisme, pragmatisch beleid en tv-momenten. Verhalen uit die tijd blijven cruciaal voor queer erfgoed en bewustzijn.

Lees verder

LOLA’S HUIS

Driedaags evenement tijdens Pride Amsterdam, namelijk Lola’s Huis. Interessante activiteit voor onze volgers.

Lees verder

MEER ONTDEKKEN?

FOTOCREDITS

HIGHLIGHT

Roze Zaterdag Roermond, 1979. Hans van Dijk / Anefo, Nationaal Archief


CARROUSEL

Foto 1: Benno Premsela. Philip Mechanicus, Amsterdams Historisch Museum
Foto 2:
Eerste Nederlandse homoprotest, Binnenhof Den Haag, 1969. Jack de Nijs / Anefo, Nationaal Archief
Foto 3: Stickervellen van de tweede landelijke homo/lesbo-demonstratie in Amsterdam gemaakt in opdracht van Rooie Flikkers, 1978. IHLIA
Foto 4: Roze Zaterdag, Roermond, 1979. Hans van Dijk / Anefo, Nationaal Archief

Jouw steun maakt het verschil!

Queer Nederland draait op de inzet en passie van een geweldig en uniek team dat zich dagelijks inzet om onze lhbtiq+ community van relevante en diepgaande content te voorzien. In deze roerige tijden is het essentieel dat we onze verhalen blijven vertellen, maar daarvoor hebben we jouw hulp nodig! Door Queer Nederland te steunen draag je bij aan het vertellen van meer diverse verhalen en het creëren van frisse content die bijdraagt aan de zichtbaarheid, acceptatie en emancipatie van de lhbtiq+ gemeenschap.


Steun de toekomst en doneer wat je kunt missen. Of het nu €5, €50, €500 of een ander bedrag is, jouw bijdrage helpt ons om een onafhankelijk en breed gedragen lhbtiq+ platform van Nederland te creëren.